China's afval-naar-energieplan

China produceert jaarlijks ongeveer 300 miljoen ton afval, volgens de Wereldbank. Het afvalprobleem van het land is exponentieel toegenomen, gedeeltelijk tot zijn bevolking van meer dan 1.3 miljard mensen, de hoogste ter wereld. De oplossing voor de afvalsituatie in China is de bouw van de grootste afvalenergiecentrale ter wereld, in de hoop het groeiende probleem van afvaloverstroming en illegale dumping tegen te gaan.   

De eerste fabriek zal naar verwachting in 2020 operationeel zijn en zal in Shenzhen worden gevestigd. De installatie zal dagelijks 5,000 ton afval kunnen verbranden, waarbij 1/3 van het afval wordt gerecycleerd tot hernieuwbare energie. Met een oppervlakte van 66,000 vierkante meter zal het dak van de fabriek bedekt zijn met 44,000 vierkante meter fotovoltaïsche panelen, die zullen worden gebruikt om zonne-energie om te zetten in gelijkstroom. Deze fabriek zal een van de 300 zijn die de Chinese overheid de komende vier jaar wil bouwen. Ter vergelijking: eind 2015 hadden de Verenigde Staten 71 draaiende afvalenergiecentrales die ook elektriciteit produceerden in 20 staten.  

De Chinese regering hoopt dat deze fabrieken ook rampen zullen helpen voorkomen die vergelijkbaar zijn met de aardverschuiving die plaatsvond in Shenzhen in december 2015. De ramp begon na het instorten van bouwafval bovenop een heuvel die in de provincie Guangdong in Zuid-China was ingegraven. De ineenstorting resulteerde in een aardverschuiving die 380,000 vierkante meter bedekte met drie meter modder en daarbij 33 gebouwen begroef. Volgens de loco-burgemeester van Shenzhen, Liu Qingsheng,  91 mensen zijn nog steeds vermist als gevolg van deze tragedie.